Uw browser ondersteunt geen javascript. Dit is noodzakelijk voor het correct functioneren van het formulier.
MBTI Vragenlijst
Onderstaand staan steeds 2 antwoorden. Geef het antwoord dat het meest van toepassing is. Maak een keuze tussen één van beide, hoewel dat wel eens moeilijk kan zijn.
1.
Wat doe je op een feestje?
*
a. met veel mensen omgaan, ook met mensen die je niet kent
b. met weinigen omgaan, die je kent
2.
Wat ben je?
*
a. meer realistisch dan beschouwend (filosoferend, bespiegelend)
b. meer beschouwend dan realistisch
3.
Wat is erger?
*
a. in hogere sferen te leven
b. te leven in sleur
4.
Wat maakt meer indruk op je?
*
a. principes
b. gevoelens
5.
Wat trekt je meer aan?
*
a. overtuigen
b. iemand gevoelens raken
6.
Hoe werk je het liefst?
*
a. dat je weet dat iets af moet zijn voor een bepaalde tijd, er is een deadline
b. of maakt je dat niets uit
7.
Hoe kies je?
*
a. behoorlijk zorgvuldig
b. ietwat impulsief
8.
Wat doe je op feestjes?
*
a. je blijft lang en je voelt dat je meer energie krijgt
b. je gaat vroeg weg en je voelt dat je minder energie hebt dan vroeger op de avond
9.
Welke mensen trekken je meer aan?
*
a. verstandige mensen
b. mensen met verbeeldingskracht
10.
Waarin ben je het meest geïntereresseerd?
*
a. de werkelijkheid, hoe het nu is
b. wat mogelijk is
11.
Als je mensen beoordeelt, waar laat je je dan door leiden?
*
a. meer door wetten (regels) dan door de omstandigheden van de mensen
b. meer door de omstandigheden van de mensen dan door wetten (regels)
12.
Als je mensen benadert, ben je dan meer geneigd
*
a. om ietwat objectief te zijn
b. om ietwat persoonlijk te zijn
13.
Wat ben je meer?
*
a. punctueel, precies op tijd
b. op je gemak, bedaard
14.
Wat drukt je zwaarder?
*
a. als dingen niet volledig zijn
b. aIs dingen afgemaakt moeten worden
15.
Wat doe je in de groep mensen, met wie je gewoonlijk omgaat?
*
a. je bent op de hoogte met wat er gebeurt met anderen
b. het laatste nieuws weet jij niet
16.
Waar neig je meer naar?
*
a. de gewone dingen te doen op de gebruikelijke manier
b. de gewone dingen te doen op je eigen manier
17.
Schrijvers zouden:
*
a. moeten zeggen wat ze menen en menen wat ze zeggen
b. zich meer moeten uitdrukken met gebruik van allegorieën (beeldspraak)
18.
Wat trekt je meer aan?
*
a. consequent denken
b. harmonieuze menselijke relaties
19.
Wat valt je gemakkelijker?
*
a. het maken van logische oordelen
b. het maken van waardeoordelen
20.
Wat wil je het liefst?
*
a. dat dingen besloten en gesetteld zijn
b. dat dingen niet besloten en gesetteld zijn
21.
Wat ben jij volgens jou meer?
a. serieus en vastberaden
b. gemakkelijk, aardig in de omgang
22.
Als je opbelt, wat doe je dan?
*
a. je vraagt je zelden dan te voren af wat je allemaal moet zeggen
b. je somt op voor jezelf wat je zult zeggen
23.
Feiten:
*
a. spreken voor zichzelf
b. illustreren principes
24.
Fantasten, mensen met "visioenen" en droombeelden:
*
a. zijn een beetje hinderlijk, vervelend
b. hebben iets betoverends, bekorends
25.
Wat ben je vaker?
*
a. koel
b. hartelijk
26.
Wat is erger om te zijn?
*
a. onrechtvaardig
b. zonder barmhartigheid
27.
Hoe behoren gebeurtenissen gewoonlijk tot stand te komen?
*
a. door zorgvuldig te selecteren en te kiezen
b. door ze gewoon te laten opkomen en gebeuren
28.
Waar voel je je het beste over?
*
a. dat je iets gekocht hebt
b. dat je de mogelijkheid hebt iets te kopen
29.
Wat doe je in gezelschap?
*
a. je begint gesprekken
b. je wacht tot een ander met jou begint te praten
30.
Gezond verstand is:
*
a. zelden om een vraagteken achter te zetten
b. vaak om een vraagteken achter te zetten
31.
Kinderen:
*
a. maken zich vaak niet nuttig genoeg
b. oefenen vaak hun fantasie niet genoeg
32.
Als je beslissingen neemt, voel je je dan meer op je gemak met:
*
a. standaarden, regels
b. gevoelens
33.
Wat ben je meer?
*
a. meer vastberaden en standvastig dan vriendelijk
b. meer vriendelijk dan vastberaden en standvastig
34.
Wat verdient meer bewondering
*
a. de bekwaamheid om te organiseren en methodisch te zijn
b. de bekwaamheid om zich aan te passen en iets voor lief te nemen
35.
Wat is voor jou meer van waarde?
*
a. dat iets bepaald is en duidelijk omschreven; het definitieve
b. dat iets nog open-ended is, en niet duidelijk omschreven en bepaald
36.
Omgaan met nieuwe mensen of met bekenden maar dan op een nieuwe manier:
*
a. stimuleren je en geven je energie
b. vragen veel van je reserves
37.
Wat ben je vaker?
*
a. iemand met beide benen op de grond, levend in de werkelijkheid
b. iemand met verbeeldingskracht, fantasie
38.
Waar neig je meer naar?
*
a. kijken hoe anderen nuttig zijn
b. kijken hoe anderen kijken
39.
Wat geeft meer bevrediging:
*
a. een onderwerp grondig besproken te hebben
b. het eens geworden te zijn over een onderwerp.
40.
Wie regeert meer over je?
*
a. je hoofd
b. je hart
41.
Met welk soort taak voel je je meer op je gemak?
*
a. waarover je een vaste afspraak hebt gemaakt
b. werk zonder vast plan.
42.
Waar zoek je gewoonlijk naar?
*
a. dat wat gewoonlijk gebeurt, het geregelde
b. wat er ook maar gebeurt
43.
Wat verkies je?
*
a. veel vrienden, met kort contact
b. enkele vrienden, met wat langer contact
44.
Laat je je meer leiden door:
*
a. feiten
b. principes
45.
Waar ben je meer in geïnteresseerd?
*
a. productie en verspreiding
b. ontwerp en onderzoek.
46.
Wat is meer een compliment?
*
a. die persoon is erg logisch
b. die persoon heeft veel gevoel
47.
Wat vind je belangrijker?
*
a. dat je standvastig bent
b. dat je toegewijd bent
48.
Waar heb je vaker voorkeur voor?
*
a. voor de uiteindelijke en niet te veranderen bewering
b. voor de voorlopige bewering.
49.
Wanneer voel je je meer op je gemak?
*
a. na een beslissing
b. vóór een beslissing
50.
Tegen mensen die je niet kent:
*
a. praat je gemakkelijk en lang
b. weet je niet zoveel tegen te zeggen
51.
Wat ben je geneigd om meer te vertrouwen?
*
a. je ervaring
b. je voorgevoel, je intuïtie
52.
Wat ben je voor je gevoel meer?
*
a. meer praktisch dan vernuftig (scherpzinnig)
b. meer vernuftig dan praktisch
53.
Welk persoon is meer een compliment waard?
*
a. de persoon die helder kan redeneren
b. de persoon met een sterk gevoelsleven
54.
Ben je geneigd om meer:
*
a. eerlijk te zijn
b. meevoelend, solidair te zijn
55.
Over het algemeen verdient het de voorkeur:
*
a. ervoor te zorgen dat de dingen geregeld zijn
b. dingen gewoon telaten gebeuren
56.
De meeste dingen in relaties:
*
a. moet over onderhandeld worden
b. moet je aan de omstandigheden overlaten of ze gebeuren
57.
Wat doe je als de telefoon gaat?
*
a. je haast je om hem a!s eerste op te nemen
b. je hoopt dat iemand anders hem aan zal nemen
58.
Wat waardeer je meer in jezelf?
*
a. een sterk gevoel voor realiteit
b. een levendig voorstellingsvermogen
59.
Waar voel je je meer toe aangetrokken?
*
a. tot de fundamenten
b. tot de boventonen
60.
Wat is in jouw oog een grotere fout?
*
a. om te gepassioneerd te zijn
b. om te objectief te zijn
61.
Hoe zie je jezelf voornamelijk?
*
a. als iemand met een hard hoofd
b. als iemand met een zacht hart
62.
Welke situatie spreekt je het meest aan?
*
a. de gestructureerde en geregelde situatie
b. de ongestructureerde situatie waarin niet alles geregeld is
63.
Ben je iemand, die:
*
a. meer routinematig is dan wispelturig
b. meer wispelturig is dan routinematig
64.
Ben je geneigd om:
*
a. gemakkelijk benaderbaar te zijn
b. ietwat gereserveerd te zijn
65.
Wat prefereer je in geschriften?
*
a. het meer letterlijk beschrevene
b. het meer figuurlijk beschrevene
66.
Wat is moeilijker voor je?
*
a. om je met anderen te identificeren
b. om anderen in te schakelen.
67.
Wat wens je meer voor jezelf?
*
a. meer helderheid van redeneren
b. een sterker gevoel van bewogenheid
68.
Wat is een grotere fout?
*
a. om geen onderscheid te maken
b. om kritisch te zijn
69.
Waaraan geef je de voorkeur?
*
a. de geplande gebeurtenis
b. de ongeplande gebeurtenis
70.
Waartoe neig je meer?
*
a. om meer bedachtzaam te zijn dan spontaan
b. om meer spontaan te zijn dan bedachtzaam
71.
Wat is uw naam?
72.
Wat is uw e-mail adres?
73.
Waarom vulde u deze vragenlijst in?
*
=
Invoer verplicht
Dit formulier is gemaakt met
www.formdesk.nl