Uw browser ondersteunt geen javascript. Dit is noodzakelijk voor het correct functioneren van het formulier.
Hypotheektest
Mijn gevoel
1.
Door welke uitspraak over de hypotheekrenteontwikkeling voel je je het meeste aangesproken?
*
A. Het voorspellen van de hypotheekrente is onbegonnen werk. Het kan alle kanten op en er is niemand die het zeker weet.
B. Ik ben bang dat deze nog fors gaat stijgen. Als gevolg van de kredietcrisis vertrouwt niemand elkaar meer binnen de financiële wereld waardoor de rentetarieven verder op zullen lopen.
C. Ik denk dat we het ergste achter de rug hebben met betrekking tot de kredietcrisis. De komende tijd zal iedereen de kat uit de boom blijven kijken en zullen de rentestanden ongeveer op hetzelfde niveau blijven staan.
D. De Europese Centrale Bank zal er alles aan doen om het economisch herstel te bespoedigen. Het meest waarschijnlijk is dat ze de rente gaan verlagen.
2.
Welke uitspraak past het beste bij jou, wanneer je nadenkt over de mogelijke gevolgen van de kredietcrisis voor het behoud van je baan of je eigen bedrijf?
*
A. Die kredietcrisis is toch vooral iets wat zich afspeelt tussen banken onderling. Met de echte economie heeft het niet zoveel te maken. Voor mijn werk zie ik weinig tot geen gevolgen.
B. De kredietcrisis zal ook wel gevolgen gaan hebben voor mijn bedrijf/werkgever. Maar al met al valt het volgens mij wel mee. ik verwacht hooguit een iets lagere salarisstijging de komende jaren.
C. Ik maak me grote zorgen over mijn werk. Mijn bedrijf wordt hard getroffen door de kredietcrisis en waarschijnlijk valt aangedwongen ontslagen niet langer te ontkomen. Het zal niet meevallen om snel een andere baan te vinden.
D. Ik denk dat de kredietcrisis ook gevolgen zal hebben voor mijn huidige werkgever. Deze zal de komende tijd de hand op de knip houden waardoor salarisstijgingen er voorlopig niet in zullen zitten. Ook zullen de pensioenpremies wel weer stijgen.
3.
Welke uitspraak past het beste bij je wanneer je kijkt naar je eigen beleggingen?
*
A. De beurs heeft nu zijn dieptepunt wel bereikt. Ik ben volop bezig met de koopjesjacht en het is nu ook een mooie tijd om goedkoop in te kopen.
B. Ik doe niet aan beleggingen.
C. Zelf ben ik geen belegger, maar ik maak me zorgen over de verliezen die mijn pensioenfonds heeft geleden op de beurs.
D. Ik beleg alleen met geld dat ik kan missen. Ik heb wel de nodige verliezen geleden maar op de lange termijn komt dat wel weer goed.
E. Mijn beleggingen ziten vooral in langlopende zaken zoals mijn hypotheek of mijn lijfrentepolis. Ik maak me hier geen zorgen over.
F. Ik ben destijds gaan beleggen omdat het te verwachten rendement me wel aansprak. Inmiddels ben ik er niet meer zo zeker van of ik daar nu nog steeds zo over denk maar ik weet ook niet goed wat ik dan wel moet doen.
4.
Om de kredietcrisis te bestrijden hebben de diverse Europese overheden al een aantal maatregelen genomen. Zo staat de Nederlandse staat bijvoorbeeld garant voor spaartegoeden tot €100.000,-, is Fortis genationaliseerd en wordt ING gesteund.
*
A. Ik verwacht dat hiermee de grootste ellende achter ons gelaten kan worden. Dit zijn goede maatregelen waarmee onze economie op korte termijn extra vertrouwen opdoet en op de wat langere termijn uit het dal kan kruipen.
B. Het is een stap in de goede richting maar ik ben bang dat we er nog niet zijn. De oorzaak van de crisis zit in het financiële systeem zelf en zolang dit niet rigoureus wordt omgezet zullen de huidige problemen niet ècht worden opgelost.
C. Het is een druppel op een gloeiende plaat. De crisis zal de komende tijd alleen maar erger worden en ik voorzie sombere economische tijden.
D. Dit is echt een onderwerp voor specialisten en zelfs die weten het volgens mij niet. Hier durf ik geen zinnig woord over te zeggen.
Mijn situatie
5.
Welke hypotheekvorm heb je op dit moment?
*
A. Een spaarhypotheek
B. Een beleggingshypotheek
C. Een aflossingsvrije hypotheek
D. Een hybride hypotheek
E. Een combinatie
F. Dat weet ik niet zeker
6.
Hoe heeft je gezinsinkomen zich ontwikkeld sinds je voor de laatste keer je hypotheek hebt gewijzigd of afgesloten?
*
A. Ons inkomen is meer dan €750,- per maand gestegen
B. Ons inkomen is tussen de €250,- en €750, per maand gestegen
C. Ons inkomen is minder dat €250 per maand gestegen
D. Ons inkomen is ongeveer gelijk gebleven
E. Ons inkomen is gedaald
7.
Heeft er zich sinds je voor de laatste keer je hypotheek hebt gewijzigd of afgesloten een wijziging voorgedaan in je gezinssamenstelling?
*
A. Ja, wij hebben inmiddels een kind gekregen
B. Ja, een van onze kinderen is het huis uitgegaan
C. Ja, wij zijn gaan samenwonen / getrouwd
D. Ja, mijn relatie is beëindigd
E. Nee, er is sinds die tijd niets veranderd aan onze gezinssamenstelling
8.
Weet je hoeveel de overwaarde van je woning op dit moment bedraagt? M.a.w.:wanneer je je huidige woning op dit moment zou verkopen, hoeveel denk je minstens over te houden nadat je je hypotheek hebt afgelost?
*
A. Minder dat € 25.000,-
B. Tussen de € 25.000,- en € 50.000,-
C. Tussen de € 50.000,- en € 75.000,-
D. Meer dan € 75.000,-
E. Daar kan ik in de huidige markt geen zinnig woord over zeggen.
9.
Over hoeveel spaargeld kun je op dit moment beschikken?
*
A. Ik heb momenteel geen spaargeld
B. Minder dan twee netto maandsalarissen
C. Tussen de twee en en vijf netto maandsalarissen
D. Meer dan vijf netto maandsalarissen
10.
Welke situatie past het beste bij je spaargedrag over de afgelopen drie jaar?
*
A. Ik ben allang blij wanneer ik het einde van de maand haal. Sparen zit er op dit moment even niet in
B. Ik zou best wat kunnen sparen iedere maand, maar het komt er niet van. Alles gaat gewoon op.
C. Ik spaar iedere maand een vast bedrag, maar ik neem ook regelmatig geld op om leuke dingen te doen of om onverwachte kosten mee te betalen
D. Ik spaar iedere maand een vast bedrag.Mijn huidige spaarsaldo is al aardig opgelopen.
11.
Heb je op dit moment consumptieve kredieten openstaan? Het gaat hier dan om persoonlijke leningen, doorlopend krediet, winkelpassen of bijvoorbeeld een aankoop met uitgestelde betaling?
*
A. Nee, ik heb geen consumptieve leningen
B. Ja, het openstaand saldo bedraagt minder dat € 10.000,-
C. Ja met een openstaand saldo tussen de € 10.000,- en € 20.000,-
D. Ja, het openstaand saldo bedraagt meer dan € 20.000,-
12.
Hoe lang loopt je huidige rentevast periode nog door? Indien je verschillende leningdelen met andere rentevast periodes hebt, kies dan voor de kortste periode
*
A. Ik heb een variabele rente
B. Korter dan één jaar
C. Tussen één en drie jaar
D. Tussen drie en vijf jaar
E. Langer dan vijf jaar
13.
Hoe lang loopt je hypotheek nog? Let op: het gaat hier niet om de resterende duur van de rentevast periode maar om de termijn waarop je denkt je hypotheek te gaan aflossen of de einddatum van de hypotheekverzekering
*
A. Korter dan vijf jaar
B. Tussen de vijf en tien jar
C. Langer dan tien jaar
14.
Je hebt je huidige hypotheek wellicht al weer wat langer geleden afgesloten. Welke uitspraak past het beste bij jou wanneer je je hypotheek beoordeeld ten opzichte van je huidige persoonlijke situatie?
*
A. Mijn persoonlijke omstandigheden zijn (bijna) ongewijzigd gebleven. Ik neem aan dat mijn hypotheek dus ook nog wel bij me past
B. Ik ben de laatste jaren heel anders gaan denken over beleggen, sparen en lenen. Ik vraag me sterk af of mijn huidige hypotheek nog wel past bij hoe ik er nu over denk.
C. Mijn persoonlijke en/of financiële omstandigheden zijn de laatste jaren sterk gewijzigd. Ik vraag me af of mijn huidige hypotheek hier nog wel op aansluit.
Mijn verwachtingen
15.
Hoe denk je dat je totale gezinsinkomen zich de komende drie jaar zal ontwikkelen?
*
A. Ik verwacht nog een behoorlijke groei de komende jaren als gevolg van promotie of carrièrestappen
B. Mijn salaris zal gewoon meestijgen met de inflatie en ik krijg er ook nog wel 1 of 2 stappen bij binnen mijn huidige salarisschaal
C. Ik denk niet dat er een stijging in zit de komende jaren
D. Ik ben al lang blij als ik mijn baan kan behouden
16.
Verwacht je de komende drie jaar een verandering in je gezinssamenstelling?
*
A. Ja, wij verwachten een kind of hopen er een te krijgen
B. Ja, een van onze kinderen gaat studeren
C. Ja, wij gaan trouwen/samenwonen
D. Ja, wij gaan uit elkaar
E. Nee, wij denken dat er de komende drie jaar niets veranderd
17.
Over hoeveel jaar denk je met pensioen te gaan?
*
A. Binnen tien jaar
B. Tussen de tien en twintig jaar
C. Over meer dan twintig jaar
18.
Voorletters
*
19.
Naam
*
20.
Telefoon
*
21.
E-mail
*
*
=
Invoer verplicht